Geef die boer een stoel… zeggen Wereldwinkels

10 mei 2008 – Internationale Dag van de Eerlijke Handel

PERSTEKST : producenten en consumenten – gesteund door lokale besturen en media – kunnen hun roep om duurzame landbouw en fair trade tot de hoogste senakels van de macht laten doorklinken. Een eerste belangrijke voorwaarde daartoe is dat kleine producenten mee aan de onderhandelingstafels mogen aanschuiven. Want per slot van rekening leven zij van het land.

Oxfam-Wereldwinkels reserveert deze stoelen voor de miljoenen familiale boeren in het Zuiden.
Zij moeten blijven overleven van hun landbouw.

–> meer stoelen op de wandel.

Uiteindelijk heeft niemand van de pers gereageerd op onze perstekst (zie verder). Even goede vrienden, want steeds meer wordt journalisten het zwijgen opgelegd rond ‘moeilijke thema’s’. Geen erg, persaandacht kregen we al langs andere wegen. Waarvoor dank! Helaas wordt de stille oorlog tegen de boerenstand op deze manier onverminderd voortgezet.

Daarbij vonden UNIZO en VOKA het nodig zich van hun kleinste kant te tonen. We hebben veel respect voor deze organisaties, maar (excuseer ons) vooringenomen en dus lompe argumenten, die totaal voorbijgaan aan de werkelijkheid, dat past niet voor zulk een organisaties. Lees hun persbericht.

We citeren:

“UNIZO en Voka ontvangen ook een groeiend aantal klachten van ondernemers over oneerlijke concurrentie. Onder meer de kleine koffiebranders en leveranciers van voedingsmiddelen, die een beleid voor duurzame ontwikkeling voeren, verliezen leveringscontracten bij gemeenten en openbare besturen contracten omdat ze moeten opboksen tegen de Oxfam Wereldwinkels.”

.
Nochtans… tijdens de fairtradespeeddating, geörganiseerd door de Provincie Limburg, op dinsdag 6 mei hoorden en zagen we heel wat enthousiaste kleine ondernemers, die voluit voor de kansen – die fair trade hun biedt – gaan.

Gelukkig denken Frans Van Tilborg van MIKO Puro en Theo Rombouts van Rombouts Koffie anders over eerlijke handel.

Aan de ene kant is Hugo Rombouts andersglobalist, aan de andere kant zakenman. En soms botst dat. “Ik zoek permanent naar een evenwicht”, zegt hij. “Niet erg, het is de olie in de alternator. Het hoeft niet gemakkelijk te zijn. Uiteraard gaat het om het zakencijfer en de winst, maar niet zonder maatschappelijke voldoening. Het klinkt misschien halfzacht en idealistisch, maar ik kan u verzekeren dat ik bekend sta als bijzonder hardgekookt. Mijn standpunten zijn hard, mijn overtuigingen fel. Te fel misschien. Fairtrade is koffie waar je minstens 126 dollarcent per pond voor betaalt. Rombouts heeft vorig jaar bijna de hele oogst van Max Havelaar van Zuid-Mexico opgekocht aan een meerprijs van 1 miljoen euro. Alléén dat is Fairtrade. Ik word verschrikkelijk boos van logo’s die doen alsof ze Faitrade zijn. Om nog te zwijgen over marketingtechnieken die niet oprecht zijn. Pas op, er zijn een hoop keurmerken die iets bijdragen, evenwel zonder Fairtrade te zijn. Rombouts heeft ook koffielabels zonder het keurmerk van Max Havelaar, maar daarvan zeg ik niet dat het Fairtrade is. Sterker nog, het is unfair trade. De verhouding tussen noord en zuid klopt niet. Als iemand twee hotels neerzet in de Nieuwstraat van Monopoly, weet je dat het spel op zijn einde loopt. Als ik terugkom van bezoeken aan plantages in Ethiopië of Guatemala, schaam ik me altijd een beetje. De grote zorgen van hier zijn eigenlijk maar kleintjes. Succes heeft alles te maken met omzet en financiële resultaten, tegelijk met een goed product en aandacht voor de omgeving en de maatschappij.

dixit Theo Rombouts in het magazine Vacature van zaterdag 16 juni 2006.

Hasselt heeft de afgelopen dagen een hele week in het teken van fair trade gestaan, met veel succes en groeiende interesse bij Hasseltse horeca- en andere handelszaken.


Voor Hasseltse koffiebrander Paul Maes is fair trade een kans.

Wij werken heel graag samen met de lokale handelaars. Tijdens de Week van de Smaak in 2006, lanceerden we in Hasselt, samen met 16 Hasseltse bakkers, de Fairtradespeculaas.

Sint-Truiden werd zopas FairTradeGemeente. Mede dankzij de inspanningen van Trudor, vereniging van de handelaars.

Om maar te zeggen, de Wereldwinkels dragen de lokale handelaars wel degelijk een warm hart toe. En dit najaar doen ze zelfs mee aan de “Dag van de klant” van UNIZO.

Kortom, wij rekenen erop dat dit maar een kortstondig dispuut is. Misschien moeten we maar eens op lokaal vlak, waar het water veelal minder diep is dan nationaal (zo vermoeden wij), een samenwerking proberen op te zetten?

PERSBERICHT – “Geef achtergestelde producenten een plaats aan de onderhandelingstafel.”

Over de herkomst van onze voeding denken we nog weinig na. Onze kennis over wat we eten is navenant. Maken we ons al eens bedenkingen hierover, dan gaan die vooral in de richting van de impact op onze geldbeugel of gezondheid. Nochtans, over wat er allemaal gebeurt, in de keten vanaf de boer tot ons bord – en vooral over wie het daar voor het zeggen heeft – dringen zich erg belangrijke beslissingen op. Fair trade is daar één van.

Op 10 mei 2008 houdt de wereldwijde Fairtradebeweging haar jaarlijkse Internationale Dag van de Eerlijke Handel. Ook in Limburg zal het (de week in aanloop naar) deze dag bruisen van activiteiten allerhande. De idee van eerlijke handel is relevanter en levendiger dan ooit.

Onze gezamenlijke boodschap: kleine boeren moeten eindelijk een plaats aan de onderhandelingstafel krijgen, wanneer de wereld afspraken maakt rond landbouw en handel. Ook in het belang van de consumenten.

eerlijke handel : een groeiende beweging

Eerlijke handel, of Fair trade, is de verzamelnaam voor een brede waaier aan voorstellen om de wereldhandel ‘eerlijker’ te maken. De Fairtradebeweging is een belangrijk onderdeel van de beweging van andersglobalisten. In Vlaanderen is ze vooral gekend om haar netwerk van meer dan 200 lokale Wereldwinkelwerkingen, waarin zo’n 7500 vrijwillig(st)ersbelangeloos maar niet voor niets‘ het beste van zichzelf geven.

In Limburg zijn er 26 Wereldwinkels. Sint-Truiden wordt op 10 mei de 3xste FairTradeGemeente in Vlaanderen. Andere Limburgse FairTradeGemeenten zijn o.a. Heusden-Zolder, Voeren, Herk-de-Stad, Hamont-Achel, Genk en Hasselt.

de essentie van fair trade

Fair trade steunt op een handelsrelatie, gebaseerd op dialoog, transparantie en wederzijds respect, welke:

  • gericht is op het werken met gemarginaliseerde producenten en arbeiders om hen te helpen hun kwetsbare positie om te zetten in zekerheid en economische zelfredzaamheid;
  • producenten en arbeiders wil versterken als belanghebbenden in hun eigen organisaties;
  • een actieve rol opeist in de wereldarena om tot een grotere rechtvaardigheid te komen in de internationale handel.

Fairtradeorganisaties (gesteund door consumenten) zijn actief in het ondersteunen van producenten, in bewustmaking en in het voeren van campagnes voor de aanpassing van de handelsregels en de praktijken van de conventionele handel.

het ontstaan van fair trade

Fair trade als concept ontstond in 1968, toen het principe “Trade not Aid” (“geen hulp maar handel“) werd gelanceerd tijdens de Conferentie van de Verenigde Naties voor Handel en Ontwikkeling (UNCTAD). Oxfam Groot-Brittannië lanceerde toen een aantal alternatieve afzetinitiatieven. In 1971 werd de eerste Oxfam-Wereldwinkel in België opgericht. In februari 1972 volgde Hasselt. Genk werd de honderdste Vlaamse Wereldwinkel, begin jaren negentig. Voeren de tweehonderste.

boeren en consumenten overgeleverd aan de transnationale voedingsindustrie

40 jaar na de historische UNCTAD-conferentie doen stijgende voedselprijzen zich overal in de wereld gevoelen. De redenen achter deze inflatie worden toegeschreven aan tal van redenen: biobrandstoffen, klimaatverandering, speculatie op de grondstoffenmarkten,…

Wat veelal onbesproken blijft, is

  1. de verregaande verwaarlozing van de landbouw en
  2. de liberalisering van de voedselproductie,

die de afgelopen decennia is gaan kenmerken.

De grote handelsblokken hebben de controle over de landbouw en haar productie overgegeven aan een sterk geconcentreerde voedselindustrie, met nog slechts een handvol spelers die bepalen wát we eten en tegen wélke prijzen we eten (of voeding produceren).

Dientengevolge, hebben de landbouwers en de consumenten minder en minder macht, en allebei zijn ze afhankelijk van de grillen van multinationale bedrijven, waarop geen democratische controle bestaat. Honger en stijgende voedselprijzen zijn de wrange vruchten van de door onze eigen minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht, de Europese Unie of de WTO (Wereldhandelsorganisatie) aangemoedigde vrijhandel en handelsliberalisering.

“Miljoenen kleine boeren in de wereld hebben geen boodschap aan tractoren, ingewikkelde technologiën en gesofisticeerde landbouwapparaten of technologisch gestuurde irrigatiesystemen. Maar ze moeten wel van hun werk kunnen leven en er een correcte vergoeding voor krijgen”, stelt Jan Vanoppen van Vredeseilanden.

“De olie- en de autoindustrie ontvangen elk jaar één biljoen dollar staatssteun. De totale uitgaven voor de visserij bedragen wereldwijd jaarlijks 140 miljard dollar, terwijl de gevangen vis amper 70 miljard dollar waard is. Het verschil tussen die twee cijfers zijn de subsidies. Schaf ze af en er blijft geen vis meer over”, zegt James Martin, technologie-expert aan de Oxford-universiteit in Vacature (12 januari 2008).

Ondertussen zijn de overheidsinvesteringen in de landbouwsector nog nooit zo laag geweest als vandaag met alle gevolgen vandien voor de voedselzekerheid, erkent zelfs de Wereldbank.

In MO*-magazine van november 2007 zegt Jean Ziegler, voormalig VN-rapporteur voor het recht op voedsel, hierover: “De “vertegenwoordigers van de overheden” zijn in werkelijheid huurlingen van de multinationale ondernemingen, die momenteel goed zijn voor 52,8 procent van ’s werelds productie. Die huurlingen hebben ervoor gezorgd dat er zoveel mogelijk geprivatiseerd en geliberaliseerd werd. Onder druk van bepaalde landen en bedrijven werd de minimumprijs voor koffie afgeschaft.”

duurzame landbouw en eerlijke handel op de lokale agenda

Opmerkelijk is hoe in het publieke debat rond de huidige voedselproblematiek de Fairtradebeweging – met háár analyses – buiten beeld lijkt te worden gehouden. Opmerkelijk, vooral in het licht van het steeds groter wordende maatschappelijke draagvlak dat deze vrijwilligersbeweging te beurt valt.

Dit laatste laat zich o.a. afmeten in het groeiend belang dat lokale beleidsmakers hechten aan het verwerven van de titel van FairTradeGemeente.

Was tijdens de gemeenteraadskiezingen in 2006 duurzame landbouw en/of eerlijke handel maar zelden een hot item op de agenda van de partijen, dan solliciteren plaatselijke besturen er vandaag naar deel te kunnen uitmaken van de internationaal zeer succesvolle campagne FairTradeGemeenten.

Volwassenenverenigingen, (bio-)landbouwers, milieuvrijwilligers, derde wereldgroepen, vakbondsmilitanten, bewuste consumenten en middenstand zetten het thema van duurzame landbouw en fair trade op de lokale agenda’s.

eenstoel.be

meer informatie op www.oww.be/geefdieboereenstoel
teasers op www.eenstoel.be

N.a.v. de internationale dag van de fair trade verspreidden ook de Limburgse Wereldwinkels afgelopen weken honderden magenta stoelen – als teaser voor 10 mei e.k. – over lokaties als stadhuizen, bibliotheken, handelszaken, scholen en andere publieke plekken.

Deze stoelen staan symbool voor de stoel, die steeds leeg blijft aan de onderhandelingstafel in de Internationale Koffieorganisatie. Want meer dan tachtig procent van de koffie komt van kleine producenten, maar het zijn de grote multinationals die de macht en een stem hebben, waardoor alleen grote producenten vertegenwoordigd worden in de internationale structuren.

De grootste belemmering is het vrijhandelsbeleid. Omdat dit helemaal voorbijgaat aan de nood aan participatie van kleine producenten. Meer democratie is nodig binnen de structuren, zodat alle stakeholders een vertegenwoordiging zouden hebben. Zolang dit niet verandert, zullen kleine producenten blijven ronddraaien in de vicieuze cirkel van armoede.

Oxfam-Wereldwinkels vindt dat boeren op alle niveau’s een stem aan de onderhandelingstafel verdienen. In internationale organisaties, die beslissen over de handel in grondstoffen, en ook op andere overlegfora. En er moet financiële steun komen, die boeren in staat stelt netwerken uit te bouwen en hun onderhandelingscapaciteit te vergroten. Door zich te organiseren in netwerken kunnen koffieboeren en andere producenten zich een betere toegang tot de markt verzekeren.

Een gelijkaardig verhaal gaat op voor de hele voedselindustrie. En, zo leren ons de eerste prikken van stijgende voedselprijzen, zonder eerlijke handelsafspraken zullen het niet langer alleen de kleine producenten in het Zuiden zijn, die de slachtofferrol opgedrongen krijgen.

De neerwaarste koopkrachtspiraal kan enkel gekeerd worden, wanneer producenten en consumenten – gesteund door lokale besturen en media – hun roep om duurzame landbouw en fair trade tot de hoogste senakels van de macht kunnen laten doorklinken.

Aan ieder de oproep zijn of haar bijdrage hierin te doen.

Aanvulling d.d. 9 mei 2008

De afgelopen jaren ging ook het gemiddelde landbouwinkomen voor onze eigen boeren steeds achteruit. Dit jaar ‘herstelde’ dat inkomen zich tot het niveau van 2000. M.a.w. als er iemand over dalende koopkracht te klagen heeft, zijn het wel de boeren. Pas voerden ze nog actie met de boodschap: “Ondanks de hoge voedselprijzen maakt de boer momenteel niet meer winst, integendeel.”

De grootindustrie hanteert een slim systeem, waarbij het als geen ander de stijgende grondstoffenprijzen weet door te rekenen aan de consument.

De kleine landbouw wordt wereldwijd uitgeknepen of zelfs doodgeknepen. Hij of zij betaalt het gelag. En de buitenwereld weet niet beter, dan dat de boeren de winsten aan het opstreiken zijn. Sommigen overleven inderdaad nog (door subsidies, bijv.), maar de meesten hongeren.

Vlaams minister-president en landbouwminister Kris Peeters de voedselcrisis:
“De doelstellingen van het Europees landbouwbeleid zoals ze werden verwoord in het Verdrag van Rome zijn helemaal niet achterhaald, maar integendeel opnieuw verrassend actueel.

De doelstellingen van het landbouwbeleid zijn nog niet veranderd, het beleid zelf heeft wel een ommezwaai ondergaan. De Unie is geëvolueerd van zes naar 27 lidstaten en er is nu veel aandacht voor maatschappelijke eisen op het vlak van voedselveiligheid, leefmilieu, dierenwelzijn, landschapszorg, enzovoort. De situatie van vandaag noopt echter opnieuw tot een ruime reflectie en een open debat over de te volgen weg in de toekomst.”

bron: vilt.be

Zorgen hoge voedselprijzen dan voor betere inkomens?
Uiteraard. Maar niet in de mate dat je zou
denken. In het Noorden is de meerderheid van de
boeren grondstofleverancier geworden voor de verwerkende
industrie. Als de prijzen van de boer een
beetje stijgen ten gevolge van mindere oogsten,
dan zijn de verwerking, handel en distributie er als
de kippen bij om de consument een veelvoud van
die prijsstijging door te rekenen.
Besluit: boer en consument zijn overal in de wereld
de verliezers in het voedselverhaal. Daarom is het
belangrijk om een pact te sluiten tussen beiden.
De boer moet opnieuw voedselproducent worden
voor de lokale markt. Verwerking en verkoop moeten
in handen blijven van boeren en nieuwe echte
coöperatieven. Consumenten moeten op hun beurt (kunnen) kiezen
voor lokale gezonde voeding afkomstig van boerenlandbouw.
Wil men boeren via duurzame boerenlandbouw gezonde voeding laten
produceren, dan is vrije wereldhandel geen optie. Men moet boeren eerlijke
prijzen betalen, de productie plannen om overschotten te vermijden
en in elke regio de import van goedkopere producten uit andere regio’s
tegengaan. Doen we dat niet, dan komt het kippenvlees uit Brazilië
naar Europa en gaat ons kippenvlees naar West-Afrika. Dan belanden
Chinese tomaten in Italië om vervolgens ingeblikt en ‘Made in Italy’ de
Togolese tomatenboeren te nekken.

bron: wereldvoedseldag2007 (.pdf)

4 gedachtes over “Geef die boer een stoel… zeggen Wereldwinkels

  1. Pingback: Herman en Toon hebben al een stoel; nu de Afrikaanse koffieboeren nog « 5 - 10 mei 2008 : feest, fun en fairtrade !

  2. Persbericht 9 mei 2008: Oxfam-Wereldwinkels betreurt aanval op fair trade

    Oxfam-Wereldwinkels betreurt dat het bedrijfsleven bij monde van Unizo en VOKA aan de vooravond van de Internationale Dag van de Fair Trade, bewust ongenuanceerde en zelfs onjuiste informatie verspreidt.

    Oxfam-Wereldwinkels juicht net als Voka en Unizo toe dat het bedrijfsleven alsmaar meer kiest voor duurzaam ondernemen. En ja, we zijn het met hen eens: duurzaam ondernemen kan op verschillende manieren en in verschillende gradaties. Duurzaam ondernemen is inderaad meer dan fair trade alleen. Maar niet alle duurzaamheidslabels volgen dezelfde standaarden als fairtradelabels. Door fair trade kunnen producenten genieten van een menswaardig inkomen, een inkomen dat niet alleen productiekosten dekt, maar ook voedsel, kleding, onderdak, onderwijs en medische zorgen bekostigt. Fair trade betaalt bovenop deze prijs ook een premie, die wordt geïnvesteerd in de lokale gemeenschap. Fair trade koopt alleen van producenten die in menswaardige omstandigheden werken. De arbeidsomstandigheden mogen nooit in strijd zijn met de normen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). Tot slot heeft fair trade aandacht voor duurzame ecologische ontwikkeling.

    Niemand kan beweren dat de overheid een bedrijf voortrekt ten opzichte van een ander, als ze kiest voor fair trade. Een overheid kan en mag als zij dat wenst bij aankopen rekening houden met sociale, ecologische en economische doelstellingen. De wetgeving over openbare aanbestedingen laat dit perfect toe. Het is evident dat daarbij geen enkel merk naar voren wordt geschoven. Als een overheid kiest voor fairtradeproducten dan komen alle producten met een fairtradekeurmerk daarvoor in aanmerking. Geen enkel bedrijf wordt dus in dat opzicht voorgetrokken, de vrije concurrentie speelt hier dus wel degelijk. Dit wordt concreet aangetoond door de koffie-aankopen die de overheid doet. De meeste overheidscontracten gaan naar privé-bedrijven die koffie aanbieden met het Max Havelaarkeurmerk. In België staat Max Havelaar in voor het labelen van bedrijven die fairtradeproducten op de markt willen brengen. Vandaag bieden in ons land al zo’n 100 bedrijven fairtradeproducten aan.

    Het is niet de eerste keer dat het bedrijfsleven met onjuiste informatie de aanval inzet op fairtradeorganisaties en overheden die voor fair trade kiezen. In Nederland spande Douwe Egberts vorig jaar een kortgeding aan tegen de provincie Groningen. Die gebruikt al sinds 1994 handelscriteria van fair trade in de aanbestedingen voor koffie en thee. Douwe Egberts beschouwde die aanbestedingen als onrechtmatig, maar de rechter heeft Douwe Egberts in het ongelijk gesteld. De provincie Groningen mag en kan dus blijven kiezen voor fairtradeproducten.

    Verder blijkt dat het bedrijfsleven wat verward is over de activiteiten die Oxfam-Wereldwinkels ontplooit. Oxfam-Wereldwinkels is een democratische vrijwilligersbeweging die door haar strijd voor een rechtvaardige wereldhandel opkomt voor ieders recht op een menswaardig leven. Oxfam-Wereldwinkels sensibiliseert de Belgische bevolking en de overheid via campagnes, politieke acties en lobbywerk omtrent de moeilijkheden van de kleine producenten in het Zuiden, en versterkt de kleine boerenorganisaties en producenten in het Zuiden. Zoals meer noordzuidorganisaties wordt Oxfam-Wereldwinkels voor die activiteiten gesubsidieerd. De commerciële en technische aspecten van vermarkting van producten worden opgevolgd door de coöperatieve poot, Oxfam Fairtrade. Deze coöperatieve vennootschap (trouwens lid van Voka-Oost-Vlaanderen) ontvangt geen eurocent subsidies en betaalt gewoon bedrijfsbelasting De gescheiden boekhouding van beide organisaties toont dit perfect aan.

    Koen Van Bockstal, gedelegeerd bestuurder Oxfam-Wereldwinkels en Oxfam Fairtrade

  3. Pingback: geef Karel een stoel… want hij heeft last van de hitte - Karel van Eetvelt (UNIZO) blogt over fair trade en maatschappelijk verantwoord ondernemen « recepten en nieuwsjes vanuit de Dorpsstraat, nummer 31

  4. Pingback: aanvulling op artikel in Weekkrant van 6 oktober 2010 – Café Commerce over “De Wereldwinkel” « Hasselt meent het met eerlijke handel !

Plaats een reactie