De kosten van voeding: feiten en figuren

Wellicht interesseert u ook dit artikel: waarom de voedselprijzen zullen blijven stijgen.

Bron : BBC NEWSLaatste update : woensdag, 21 mei 2008
Blijf verder up to date via BBC NEWS | Special Reports | cost of food

de feiten en figuren achter de stijgende wereldvoedselprijzen

 

lijngrafieken die de stijgende voedselprijzen  tonen van 2005 tot en met 2007 en prijsstijgingen per voedselsoort van 2007 tot en met 2008

De grootste prijsstijgingen van de afgelopen jaren deden zich voor in 2005 (in rijke landen werden die slechts met terugwerkende kracht langzaam voelbaar, maar in arme landen voelt de bevolking al enkele jaren de stijgende prijzen voor basisproducten). Stijgende voedselprijzen in de winkel vertalen zich niet per definitie in betere prijzen voor de voedselproducenten, de boeren. In 2007 zijn – na eerst sterk gestegen te zijn – de melkprijzen [tweede afbeelding] terug gaan dalen (Vlaamse melkveehouders krijgen zo vandaag evenveel voor hun melk als in 1983).
 

 

grafiek die de prijsstijgingen illustreert van mais, rijst, soja en graan

Prijsstijgingen in één jaar tijd [van maart 2007 tot maart 2008]:
maïs: +31%  —  rijst: +74%  —  soja: +87%  —  graan: +130%
 

 

weergave van ethanolproductie in de USA van 1995 tot 2016, en een foto van een tractor in het veld

Stijgende olieprijzen en angst voor klimaatsverandering zorgden voor een enorme stijging in het gebruik van maïs voor bio-diesel, wat de prijzen de hoogte in jaagt.
 

 

voorstelling van de stijgende wereldbevolking van 1950 t.e.m. 2050

Tegen 2050 zullen er miljarden bijkomende monden te voeden zijn, met een steeds stijgende vraag naar voedsel tot gevolg. In 2050 zullen er 9,2 miljard mensen zijn.
1950: 2,5 mj  –  1975: 4,1 mj  –  2000: 6,1 mj  –  2025: 8 mj  –  2050: 9,2 mj
 

 

afbeelding van stijgende vleesconsumptie in China eten en de druk op watervoorraden door productie van graan en vlees

De vleesconsumptie per persoon is in China tussen 1980 en 2007 verdubbeld.
1980: 20 kg  —  2007: 50 kg
(nog even en ze eten evenveel vlees als, bijvoorbeeld, Nederlanders: 85kg)
Voor de productie van één kilogram graan is 1000 tot 2000 liter water nodig.
Voor de productie van één kilogram vlees is 10 000 tot 13 000 liter water nodig.
(voor de productie van één kg vlees is 7 kg graan nodig)
 

 

meer vleesconsumptie.

Er zijn twee belangrijke ‘wetten’ die de mondiale vraag naar voedsel (mee) bepalen:
Meer mensen: meer graanconsumptie. Meer welvaart: meer vleesconsumptie.
 

Aangezien de bevolkingsgroei de laatste decennia is afgezwakt stabiliseerde ook de vraag naar granen t.b.v. brood en tortillas. Maar nu steeds meer Aziaten en Latino’s op Westers niveau gaan consumeren, groeit de vraag naar vlees en daarmee stijgt ook de prijs van graan. Want boeren moeten immers granen aan hun veestapel voeren.
 

 

kaart van de wereldwijde graanproductie

Deze cijfers van de FAO (de voedsel- en landbouworganisatie van de VN) tonen dat de Verenigde Staten, als veruit grootste exporteur, de graanschuur van de wereld zijn. Europa is een grote importeur van graan. Dat laatste geldt ook voor veel landen in Afrika en bijvoorbeeld Brazilië. Brazilië is echter ook een grote exporteur van tal van gegeerde voedingsproducten (zoals soja voor veevoeder) op de wereldmarkt.
 

 

kaart die de globale veranderingen toont op de handelsbalansen voor graan

Stijgende prijzen zullen de handelsbalansen van grote exporteurs verhogen, maar grote importeurs staan voor een deficiet. De verliezers vinden zich vooral in de Derde Wereld, maar ook Europa en Japan. Brazilië heeft, omwille van haar rijke voedingsmand aan exportproducten een klein overschot. Argentinië en Kazachstan zijn dan weer grote winnaars met grote overschotten, volgens de Wereldbank.