We krijgen er niet genoeg van onze staatskassen en onze voorraadkasten thuis te spekken middels plundertochten in verre oorden.
Europa propageert de geörganiseerde onverantwoordelijkheid. Maar ‘het zuiden’ slaat (dra) hard terug! Vandaag vernietigde China een grote lading Belgische chocolade.
* vrij, naar een tweet van NielsFCWillems
Belgische overheid financiert plundertochten
De Westerse honger naar veel en goedkoop voedsel, legt een grote druk op de landbouwgrond in het Zuiden. En België laat zich daarin allerminst onbetuigd. Vooral in de import van soja en palmolie weegt ons land relatief zwaar door.
Dat stellen 11.11.11, Oxfam-Solidariteit, CNCD, AEFJN, Entraide & Fraternité, FIAN Belgium, en SOS Faim in het vandaag verschenen ngo-rapport ‘De wedloop om land‘.
Eén constante: de rol van de Belgische overheid en bedrijven is onmiskenbaar.
de voedselparadox
Waarom zouden mensen zich hier druk over maken? Jan Douwe van der Ploeg [ link ] formuleert enkele bedenkingen, in het pas verschenen boek ‘De Voedselparadox‘:
[…] stel, dat de eiwitstroom – de invoer van soja, maïs, tarwe en noem maar op – vanuit de Derde Wereld naar Europa stilvalt. Dat zal een keten aan consequenties tot gevolg hebben. Opeens zullen mensen gaan beseffen, dat het voedsel, dat ze gewend zijn te eten er gewoon niet meer is; of ze er nu wel of niet veel voor willen betalen.
[…] het evenwicht tussen productie en consumptie […] moet worden gedefinieerd voorbij het niveau van een globale wereldmarkt. We weten immers dat het marktmechanisme, zeker zoals het nu werkt, op de lange duur geen zekerheid biedt. In ieder geval zal het tot veel ontwrichting leiden. En het kent al een heel hoge prijs; onder andere een permanente ontwrichting in de Derde Wereld.
[…] interne factoren zou[den] wel eens voldoende kunnen blijken voor het in gang zetten van zodanige veranderingen in Brazilië, dat die in Europa een schokgolf kunnen veroorzaken. Zo bezien is die hele eiwitstroom vanuit de Derde Wereld, waarvan nu sprake is, bijna een infuus waar Europa aan ligt.
steenkooluitstoot draagt bij tot woestijnvorming
Over die ontwrichting in de Derde Wereld: eerder onderzoek suggereerde al een verband tussen de verbranding van kolen in Europa en de droogte in de Sahel, maar een nieuwe studie maakt voor het eerst gebruik van decennia van historische waarnemingen die de wereldwijde verschuiving van regenzones aantonen.
“Een van onze onderzoeksstrategieën is om uit te zoomen”, zegt hoofdauteur Yen-Ting Hwang. “In plaats van de neerslag op een bepaalde plaats te bestuderen, proberen we patronen te onderscheiden.”
“We vinden het belangrijk dat mensen weten dat de uitstoot van sulfaataerosoldeeltjes niet alleen lokaal de lucht vervuilen, maar ook afgelegen klimaateffecten hebben”, zegt Hwang.
“Lange tijd werd gedacht dat de droogte voor een groot deel te wijten was aan slechte landbouwpraktijken en woestijnvorming. Maar in de afgelopen twintig jaar hebben we ons gerealiseerd dat dit een verkeerde redenering was. Atmosferische en oceanologische patronen zijn beduidend krachtiger in het bepalen van de plaats waar de regen valt”, zegt co-auteur Dargan Frierson.
Water wordt de aardolie van morgen. Zo wordt wel eens beweerd. Egypte en Ethiopië hebben er een hoogoplopende ruzie over: Egypt warns Ethiopia over Nile dam.
plunder by trade: waterroof
Onze staatskassen en voorraadkasten zijn gevuld met oorlogsbuit. Vaak gaat het om water in een verswaarjasje naar europese snit. Water verpakt als snijbloemen uit Kenia of als asperges uit Peru, bijvoorbeeld.
Snijbloemsector in Kenia geen rozengeur en maneschijn [ link ]
De mensenrechtenschendingen in de Keniaanse bloemensector zijn al langer bekend. Gemiddeld worden de werknemers 47 dollar (35 euro) per maand betaald, ver beneden de 118 dollar (89 euro) die de Keniaanse grondwet aanbeveelt voor losse arbeiders.
En daar houdt het niet bij op:
“De echte gezondheidsproblemen duiken vaak pas jaren na de blootstelling aan die producten op”, zegt arts Mohamed Karama van KEMRI. “Mensen zouden geen uren aan een stuk in die serres mogen werken.”
Maar van het allergrootste belang is de waterroof die hier plaatsvindt. De ons veel te vroeg ontvallen Keniaanse milieudeskundige en mensenrechtenactivitste Wangari Maathai won de Nobelprijs voor Vrede in 2004 en vroeg zich af in haar biografie:
“Wat moeten we doen als het Naivasha-meer uitdroogt?”
Peruaanse woestijnasperges [ link ]
Waterroof gebeurt vanuit alle hoeken van de wereld. Jan Douwe van der Ploeg:Neem het voorbeeld van Catacaos in Peru. Je hebt er velden en daarnaast wonen boerenfamilies. Deze hebben honger en zouden deze velden dolgraag bewerken. Maar dat kunnen ze niet. Niet omdat ze niet beschikken over de nodige kennis of omdat er niet genoeg landbouwkundig onderzoek zou zijn. Nee; dat komt omdat ze geen water krijgen. Dat wordt namelijk afgetapt voor de aspergevelden.
De kust van Peru is een extreem droog woestijngebied, dat wordt doorkruist door een aantal rivieren, waarlangs er geïrrigeerde landbouw is (irrigatie is de kunstmatige winning en verdeling van water; red.). Water is er bij uitstek schaars. En wat zien we? Grote gedeelten van de Peruaanse kust zijn inmiddels gespecialiseerd in het telen van asperges en soortgelijke producten, die met een jumbojet naar Europa worden gevlogen. Asperges is biologisch bezien niet veel meer dan verpakt water met een aparte smaak, dat in cellen zit ingepakt. Vanuit een van de meest droge gebieden ter wereld wordt dus een deel van het heel schaarse water naar Europa geëxporteerd.
Als dat in Peru ontwikkeling zou brengen, zou het misschien nog tot daar aan toe zijn. Maar realiteit is, dat het in Peru leidt tot harde sociaal-economische uitbuiting, tot het buitenspel zetten van boerengemeenschappen. Boeren, die in de loop van de tijd hebben bewezen de streek met hun producten tot ontwikkeling te kunnen brengen, worden als zijnde irrelevant gewoon opzij geschoven.
Alle wegen leiden naar China… vinden we er ook de oplossingen?
Zo komt het toch over. Ook Belgische melk – van koeien ‘gebouwd’ op goedkoop geïmporteerd krachtvoer – lijkt op weg naar de status van luxeproduct in China.
Inza, de consumptiemelkdivisie van de Milcobel-groep, voert sinds ruim een jaar Vlaamse consumptiemelk uit naar China. “Het gaat maar om enkele procenten van de uitvoer, maar niettemin is het groeipotentieel er enorm, omdat hun eigen productie voorlopig ontoereikend is. Melk wordt in China beschouwd als een luxeproduct”, vertelt Mottar. “De mensen sparen er geld om melk voor hun kinderen te kunnen kopen.”
Maar verder zegt dit weinig over het Chinees model. Van der Ploeg een laatste maal:
Het aardige is, dat China heel duidelijk een alternatief laat zien voor het nog gangbare ontwikkelingsdenken. Sinds het midden van de jaren vijftig laat de landbouwproductie in China een onafgebroken agrarische groei zien op een min of meer gelijkblijvende hoeveelheid grond. Het gaat hier om een intensivering van de landbouw en een groei van de productie, in belangrijke mate aangedreven door kleine boeren. In vrijwel alle wetenschappelijke theorieën wordt dit neergezet als een onmogelijkheid. Kleine boeren kunnen geen ontwikkeling brengen, is de redenering. Feit is in 1980 leefden er in China nog zo’n 600 miljoen mensen onder de armoedegrens. Nu zijn dat er minder dan 10 miljoen: een enorme daling. In Afrika – dat de speeltuin is geweest van veel Westerse ontwikkelingsstrategieën – zien we exact het omgekeerde. Daar is het aantal mensen dat in extreme armoede leeft in dezelfde periode in absolute zin zelfs gestegen.
Wat er ook van mogen zijn.
In China hebben ze een nieuwe manier gevonden om lekkerder varkensvlees te maken. Ze trainen de varkens in zwemmen.