Het is hommeles tussen de EU en de Europese retailsector.
Brussel deed er vele jaren over, bij het positie kiezen over klachten van boeren, dat ze niet op kunnen tegen de onderhandelingsmacht van titanen zoals Tesco in Groot-Brittannië of Carrefour in Frankrijk. Waarbij die laatsten het uitschreeuwen niet de profiteurs te zijn voor wie ze worden gezien. Lees bijv. hoe de retailsector haar missie voorstelt als zijnde: Fair, Competitief en Duurzaam.
De belangrijkste vraag van boeren blijft echter dat de EU wetgeving moet uitwerken om zogenaamde oneerlijke handelspraktijken te beëindigen, zoals late betalingen door supermarkten en wurgvoorwaarden bij het onderhandelen van contracten.
Tot nu toe positioneerde de EU Commissie zich in de rol van neutrale makelaar in deze bittere, complexe strijd tussen boerenbelangengroepen enerzijds en retailgroepen anderzijds.
Maar afgelopen dagen kwam het tot een openlijke rel tussen EU-commissaris voor Landbouw Phil Hogan en EuroCommerce Directeur-Generaal Christian Verschueren.
Vrijdag haalde de Europese Commissaris onverwacht hard uit naar de supermarkten in een toespraak in Dublin. Hij kondigde aan dat hij zou streven naar wetgeving om boeren te beschermen tegen “hypermarket kingpins”.
Lees: http://www.politico.eu/article/carrefour-tesco-asda-sainsbury-leclerc-intermarche-brussels-declares-war-on-supermarkets/
Zulke nieuwe wetten, om boeren te beschermen tegen grote detailhandelaren, doen de retailers in een kramp schieten.
Christian Verschueren:
“[…] the issue is again becoming polarised, when the supply chain needs reasoned debate and dialogue, based on factual evidence, […] evidence that EU legislation will be able to achieve its stated aim of improving farmers’ situation in the supply chain.”
“We agree with the Commission on many points in looking to improve the position of farmers – more transparency, better cooperation among farmers… But if such legislation squeezes retailers further in dealing with their large suppliers, it is the consumer – whom the Inception Impact Assessment incidentally failed to mention once – who will end up footing the bill.”
Lees: http://www.eurocommerce.eu/resource-centre.aspx#PressRelease/10712
M.a.w. de supermarkten sturen verder aan op ‘gesprekken’ en schuiven daarbij hun ‘grote leveranciers’ de zwarte piet toe, maar Phil Hogan wil actie.
de ‘echte‘ prijs
In de wereldwinkel komen er vaak vragen van klanten over “hoeveel van het aankoopbedrag in de winkel bij de boeren blijft“. Ooit – niet toevallig onze glorieperiode? – hadden we goede redenen om daar heel transparant over te zijn.
Tegenwoordig nemen nieuwe, succesvolle (markt)partijen hier de leiding. Wat kunnen we van hen leren?
Volkert Engelsman: True Cost Accounting
Volkert Engelsman, algemeen directeur van biologische groente en fruithandelaar Eosta, stond vorige week op één in de jaarlijkse Duurzame 100 van Dagblad Trouw.
Zijn devies is dat transparantie als voorwaarde geldt voor een duurzame business. De keten moet daarbij een nieuwe winstdefinitie, vindt hij: Profit 2.0, waarbij de kosten van People & Planet worden ingecalculeerd.
Eosta krijgt zowel in Nederland als in het buitenland lof voor zijn true cost accounting-pilot.
Ons voedselsysteem brengt een groot aantal verborgen kosten met zich mee. Volgens de FAO bedragen die kosten voor het milieu wereldwijd ongeveer 2100 miljard dollar. De sociale kosten zijn zelfs nog hoger en bedragen 2700 miljard dollar. Wanneer je als consument in de supermarkt je boodschappen afrekent, betaal je hier niet voor.
Een voorbeeld: Eosta liet in 2016 al de verborgen kosten van diverse producenten uitrekenen voor de impact op natuurlijk kapitaal: dat wil zeggen bodem, klimaat (broeikasgas), water en biodiversiteit. Als die cijfers worden opgeteld bij de nieuwe cijfers voor gezondheid, is het totale maatschappelijke voordeel van biologische appels t.o.v. conventionele appels € 0.21 per kilo. Als je in aanmerking neemt dat er wereldwijd 81 miljoen ton appels worden gegeten, gaat het om een aanzienlijke impact: 17 miljard euro alleen voor appels.
Eeder, in 2009, startte Eosta met voor elke teler een persoonlijke Nature & More-Duurzaamheidsbloem. Met dit track & trace-model evalueert en communiceert het bedrijf de duurzame prestaties van zijn biologische telers.
Aan de hand van een stoplichtsysteem laat het model zien in hoeverre een teler zorg draagt voor ecologische principes, zoals bodemgezondheid, watergebruik en CO2- uitstoot. Doel: de consument in staat stellen om een bewuste keuze te maken.
Adrian de Groot Ruiz: True Price Foundation
Op nummer 7 in de hitlijst van Trouw: Adrian de Groot, directeur van True Price Foundation. Die onderneming bepaalt i.s.m. verschillende bedrijven de ‘echte prijs’ van producten. Dat leidt ertoe dat bedrijven hun productieketens kunnen verbeteren en verduurzamen. Daarnaast wordt het voor consumenten gemakkelijker om duurzame keuzes te maken.
De Groot Ruiz sprak eerder in DuurzaamBV Radio over de echte prijs van bananen. Beluister de podcast hier.
Ook hier is de filosofie dat elk product in de supermarkt maatschappelijke kosten met zich meebrengt, bij de productie, verkoop en consumptie ervan. Voorbeelden van deze ‘verborgen kosten’ zijn CO2-uitstoot, vervuiling, land- en watergebruik en de uitputting van grondstoffen. Maar ook sociale kosten, zoals onderbetaling en uitbuiting, behoren tot deze groep.
Naast Max Havelaar met de bananen liet ook Tony’s Chocolonely dit rekenmodel los op zijn chocolade.
De fairtradechocoladeproducent liet in 2014 zijn productieketen onder de loep nemen. Om zijn mensen op de plantages meer te kunnen betalen, besloot het merk de prijs van zijn chocoladereep te verhogen. In een bericht aan de consument legde het bedrijf duidelijk uit waarom de prijs omhoog ging.
Hieronder de infographic, die uit die samenwerking voortkwam.
De “echte prijs van chocolade”.
Merk op dat bij zowel True Cost Accounting als bij de True Price Foundation de kost van oneerlijke (lees: onevenwichtige) handelsrealties niet begroot worden.
Moyee Coffee: International Wealth Index
Samen met Jeroen Smits van de International Wealth Index wil het A’damse koffiemerk Moyee tot een routekaart komen om de lonen van koffieboeren in Ethiopië te verhogen. Dit met het oog op een benchmark te bekomen, waarmee ze hun FairChain-principe kunnen exporteren naar andere koffieproducerende landen.
In zijn laatste impactrapport brengt Moyee de resultaten van hun IWI-meting op een interactieve manier in beeld.
Jeroen Smits is lector over ongelijkheid en ontwikkeling aan de afdeling Economie van de Radboud Universiteit in Nederland en directeur van het Global Data Lab.
De International Wealth Index (IWI) is gebaseerd op gegevens van meer dan 2,1 miljoen huishoudens in 97 lage en middeninkomenslanden. Het is een stabiele en begrijpelijke maatstaf om de prestaties van samenlevingen te vergelijken met betrekking tot rijkdom, ongelijkheid en armoede.
IWI loopt van 0 tot 100, waarbij “0” staat voor huishoudens die geen van de activa hebben en de laagste kwaliteit woningen (zie prent) en 100 die huishoudens beschikken over alle activa en hoogwaardige woningen.
IWI is ontworpen om zo algemeen en flexibel mogelijk te zijn. Het kan gemakkelijk toegevoegd worden aan bestaande en nieuwe enquêtegegevens die informatie bevatten over een basispakket van activa.
Er is maar één IWI-formule en dus een IWI-schaal die in de ontwikkelingsland kan worden gebruikt. Dit onderscheidt IWI van andere rijkdomindexen. Een huishouden met een bepaalde combinatie van activa wordt gelijkgesteld, onafhankelijk van waar ze wonen. De eigenschap van vergelijkbaarheid, waarin de IWI zich onderscheidt van andere rijkdomindexen, komt voort uit het feit dat bij de huishoudens op de IWI-schaal altijd dezelfde formule wordt gebruikt.
Het is straf dat je tot hier hebt meegelezen. Bedankt daarvoor.
Interessante links nog over de IWI:
- https://globaldatalab.org/iwi/
- https://globaldatalab.org/iwi/form/
- http://www.equitytool.org/wp-content/uploads/2017/02/DRC-Country-Factsheet-2017-02-08.pdf